Ik ben er even niet
_Beeld van mijn revalidatietijd
Ik dacht, een weekje ziekenhuis, dan ben ik er wel weer. Scènes komen in mijn nieuwe boek (2024)
Hoop

Mijn beste vriendin staat aan mijn bed en vraagt me: ‘Fem, denk je echt, écht diep van binnen dat je nooit meer zal lopen?’. Ik durf het antwoord niet te geven, te bang voor de teleurstelling. ‘Nee. Dat geloof ik niet.’ antwoord ik. Het voelt vreselijk kwetsbaar dat te zeggen, want wat nou als ik het mis heb? Zou dat niet de ergste vorm van teleurstelling zijn? Ergens écht in geloven vanuit je binnenste zelf, en dat het dan niet lukt?
“Zou dat niet de ergste vorm van teleurstelling zijn? Ergens écht in geloven vanuit je binnenste zelf, en dat het dan niet lukt?”
~ fragment uit mijn nieuwe boek (2024-2025)
Vier minuten

“Ik zit op de douchestoel en ben alleen. ‘Ik kom zo terug’ zegt ze. Ik ben klaar met mezelf wassen. Mijn rug schreeuwt inmiddels van pijn, dus ik trek aan het koord. Niemand. Ik trek nog een keer, nu ongeduldiger. Niks. “Hallo?”, roep ik angstig. De pijn wordt langzaam onhoudbaar, er moet nu écht iemand komen. Ik raak in paniek. Begin te huilen. De pijn neemt alles in me over. Het is de ergste en meest omvattende pijn die ik ooit heb in mijn lichaam heb gevoeld. Ik klop ritmisch met mijn rechterhand op de armsteun van mijn douchestoel en prevel een aanhoudend auwauwauw. Het zijn de enige klanken die ik nog geproduceerd krijg, het ritme moet me afleiden van de pijn. Ik begin help te roepen. Niemand hoort me. Ik ben bloot, nat en kan geen kant op. Wat misschien maar vier minuten duurde, voelde als een eeuwigheid.”
“Ik kom zo terug’ zegt ze. Ik ben bloot, nat en kan geen kant op. Wat misschien maar vier minuten duurde, voelde als een eeuwigheid.”
~ fragment uit nieuwe boek (2024-2025)
Lijnenspel

Links van me doet een rolstoel de hellingproef. Rechts van me stuntelt iemand met een loopapparaat. Mijn opdracht is: loop naar de andere kant van de zaal zonder op de vloerlijnen te stappen. Ik begin. Grijze lijn, zwarte lijn, gele lijn, blauwe lijn, nog een blauwe lijn. Grote passen, kleine passen, beetje smokkelen. Mijn rechterbeen zwabbert wat onzeker en in de grote zaalspiegel zie ik een dronkemansloop. Ik hel een beetje naar een kant. Mijn haar is lang, ik ben afgevallen en mijn joggingbroek is vaal. Maar, ik loop!”
“Mijn haar is lang, mijn joggingbroek is vaal, ik ben afgevallen. Maar, ik loop!”
~ fragment uit mijn nieuwe boek (2024-2025)